Vluchtweg bij werkzaamheden op het dak |
25 maart 2015
Bij
werkzaamheden op daken hoger dan drie meter moet er altijd een tweede vluchtweg
zijn. Dit kan een tweede ladder zijn die – indien redelijkerwijs mogelijk –
zover mogelijk van de bestaande (reguliere) daktoegang geplaatst moet worden. Ook
behoort de dakdekker voor aanvang van een bepaald werk te beoordelen en te
controleren of hij en zijn collega’s in noodsituaties het dak c.q. de werkplek
veilig kunnen verlaten via een vluchtweg en/of lager gelegen dakvlakken,
trappen, ladders of dergelijke. Vluchtweg Geen tweede vluchtweg aanwezig?
Als
er geen tweede vluchtweg is, dan moet het werken met open vuur en hete lucht
(branden en föhnen) worden beperkt. Gebruik bij voorkeur zelfklevende
dakbedekkingsmaterialen. En wordt er tóch met open vuur en/of hete lucht
gewerkt, tref dan de nodige voorzorgsmaatregelen. Onder andere: een vrije looproute en brandblussers aanwezig.
Werk ook altijd naar de daktoegang toe; het gevaar mag zich nooit tussen de
dakdekker en de daktoegang bevinden. Wordt het dak gebruikt als publieke vluchtweg, dan is collectieve beveiliging verplicht! HET MOET ALTIJD MOGELIJK ZIJN OM BIJ EEN CALAMITEIT HET DAK VEILIG TE VERLATEN! Dit artikel is een nadere uitwerking van aandachtspunt 3.1 uit de brancheafspraak ‘Voorkom valgevaar op platte daken’, onderdeel van de Arbocatalogus Platte daken. Het kan ook nuttig zijn als aanvullende instructie bij de tips over vluchtweg op pagina 6 in het SBD-instructieboekje ‘Wat een dakdekker moet weten én toepassen’ |
< Vorige | Volgende > |
---|